Oude Jeroenskerk

Op deze plek stond rond het jaar 988 al een houten kerkje, gewijd aan de heilige Jeroen. Volgens de overlevering verscheen Jeroen meermaals aan een boer, Nothbodo, met het verzoek zijn gebeente op te graven en naar de abdij van Egmond te brengen. Na enige tegenstribbelen en het mysterieuze verdwijnen én terugvinden van zijn paarden ,werd de plek van Jeroens graf ontdekt. In de 12e eeuw werd het houten kerkje vervangen door een stenen gebouw van tufsteen, en in de 13e eeuw verrees de imposante toren. Deze werd later verhoogd tot 40 meter en verbonden met het schip, waardoor de kerk haar herkenbare silhouet kreeg.

De vondst van een schedel in 1311, waarvan men geloofde dat het die van Jeroen was, leidde tot wonderverhalen en een toestroom van pelgrims. Dankzij hun giften kon na een grote brand in 1450 een ruime gotische kruiskerk worden gebouwd, met zijbeuken die tot aan de toren doorliepen. Tijdens de Spaanse bezetting wist het kerkbestuur de verwoesting van het gebouw af te kopen. In 1573 ging de kerk over van katholiek naar hervormd gebruik.

De toren, één van de oudste monumenten van Noordwijk. heeft door de eeuwen heen vele functies gehad: als baken voor vissers, uitkijkpost, gevangenis en klokkentoren. Vandaag de dag kun je hem beklimmen via een trap van ruim honderd treden. Eenmaal boven word je beloond met een weids uitzicht over Noordwijk, de duinen en de zee, een blik die de lange geschiedenis van dit bijzondere gebouw nog meer tot leven brengt.